De heren naast mij bedenken een nieuw apparaat, dat al bijna bestaat. De kinderen aan de andere kant scrabbelen en leggen woorden die ze zelf ook nog niet eerder hoorden.
Polaroid van de dag
De tafel van nul
We zaten met z’n tienen op onze knieën, onze ogen gesloten. Het enige geluid dat nog doordrong in het zaaltje was dat van warm water dat door lange buizen zijn weg zocht naar de radiator. Ik maakte een vergelijkbare, denkbeeldige reis door de bloedbanen van mijn lichaam, totdat ik overal aanwezig was – niet alleen in de holte van mijn rechterknie of in de onderste wervels van mijn rug. Pijn hoefde niet langer het belangrijkste levensteken te zijn. We hoorden niets meer; geen borrelende darmen, geen knakkende gewrichten, geen zuchtje onrust. Het was leger en stiller dan het ooit bij mij thuis zou kunnen zijn. Toen we onze ogen weer openden, begreep ik wat sinds mijn zevende als een schijnbaar betekenisloos raadsel had onthouden: tien keer nul is nul.
Back to the future
Terwijl ik door de gangen wandelde op kantoor, zag ik in vrijwel iedere kamer mensen die zich vermoeid uitrekten en niet van ophouden met gapen wisten. Na een bedrijfsfeest in ‘seventies’ stijl bleek het niet eenvoudig nog een hele dag energie en concentratie op te brengen. We hadden er een goeie herinnering bij aan onze keurige collega’s die ineens opdoken in mini-rokjes met oranjebruin bloemenmotief; aan grote, bruine, vierkanten zonnebrillen; aan hotpants, catsuits, gruwelijk fel gekleurde en opengewerkte overhemden; aan plateauzolen; aan gesprekken over borst-, oksel- en schaamhaar en gebroken geweertjes; aan spencers en ribbroeken; aan dansen op ABBA, Boney-M, Status Quo en Hot Chocolate. Aan het einde vroeg ik wel me af hoe het huidige decennium er ingeblikt uit zou zien, op een feestavond over dertig jaar. P. probeerde zich voor te stellen dat zijn zoontje, die nu zes is, hem dan zou nadoen, in een Bjorn Borg onderbroek misschien. Hoe heet de tijd waarin we leven eigenlijk? Na de ‘eighties’ en de ‘nineties’… de jaren nul?
Waken
Na afloop, in de bar
Enkele reis
Het theater leek op het hoofdkantoor van de communistische partij van Oost-Duitsland en paste bij de ontnuchterende maandag. Ik was in gedachten door Europa gereisd dit weekend. Verhalen hadden me van een bankoverval in Stockholm 1973 naar de vliegende straatkeitjes in Athene gevoerd, anno 2008. Door de muziek was ik aangespoeld op de van alle mensen verlaten kust van IJsland, waar de poolwind vrieskou over het gestolde lava blies. Op het moment dat ik aankwam in mijn theaterstoel, waren we aan het derde liedje van de avond toe. Een melancholisch gestemde accordeon bracht Parijs in beeld, de drie talen uit de titel openden de rest van Europa: ‘Adieu sweet Bahnhof, my train of thoughts is leaving…’ Meteen was ik weer vertrokken, als een verstrooide James Bond zonder rijbewijs en koude oorlog. Onderweg, van Brussel naar Parijs, met uitzicht op ‘backs of houses and streets like fj
örds’. En ik reisde verder dan de muziek, naar Berlijn en een brug over het spoor in Bologna, waar ik ooit vele winternachten overheen naar huis moest lopen. Het ijzer onder mij was de verbinding met thuis, meer dan duizend kilometer verder – zo dacht ik er iedere nacht over. Maandag wilde ik de stad weer verlaten, vergeten wie ik ben en wat ik hier doe. Een enkele reis.


