Ik reis een aantal steden af of mijn boeken te verkopen. Ik ben vertegenwoordiger van eigen werk. Dat is geen eenvoudige rol; het lijkt me makkelijker om het werk van anderen te verhandelen. Maar als ik goede zin heb, beleef ik echt plezier aan het spel van de verleiding, aan het aftasten wat de inkopers willen horen. Soms hebben ze mijn zoekende blik gezien en gedacht een klant te herkennen maar dan blijkt dat ik zelf iets te verkopen heb.
Zo nu en dan kom ik vanwege de reistijd en de afstand tussen het station en de boekhandel in de binnenstad rond het middaguur aan, en krijg ik te horen dat de inkoper net even lunchen is, of vrij. Dat men liever lokale schrijvers in de etalage legt, dat de voorkeur uitgaat naar boeken die eenvoudiger na te bestellen en te administreren zijn, dat men hier weinig van verwacht of er überhaupt niet aan begint – hoe goed het boek er ook uitziet. Soms krijg ik wedervragen en kan ik meer vertellen over mijn werk, aan de gezichtsuitdrukking van de inkopers aflezen wat hen overtuigt en wat niet – en ondertussen verder werken aan mijn pitch, die aan het einde van deze rondreis perfect zal zijn. Het resultaat is dat ongeveer de helft van de boekhandelaren mijn werk wel en de andere helft het niet wil verkopen.
Opvallend vaak gaan de gesprekken over de plek waar Polaroid van de dag in de winkel zou moeten liggen. De codering van het genre is 320, ‘literaire non-fictie’. Daarmee is voor de boekhandels de kous echter nog niet af. Soms schudden ze meewarig het hoofd: ‘dat is te algemeen’. Zijn mijn Polaroid-boeken literatuur, filosofie of toch meer iets voor de afdeling fotografie en kunst? ‘Ik zie hier “niemandsland” op het omslag staan,’ zei een van de inkopers met een peinzende glimlach, die haar twijfel leek te bevestigen.
Dit is mijn werk, zeg ik dan. Ik vind dat dit gemaakt moet worden, heb het daarom maar zelf uitgegeven en zou graag de kans krijgen het in winkels te laten zien, zodat iedereen het tegen kan komen, en voor zichzelf kan beoordelen of het waardevol is. Dit is mijn werk, het enige in zijn soort.
Soms krijg ik dan een duidelijke afwijzing, soms slappe excuses te horen, ik krijg te maken met onvervalste kruideniersmentaliteit, en zie hoe sommige boekhandelaren gevangen zitten in het keurslijf van hun keten. Gelukkig ontmoet ik ook veel oprecht nieuwsgierige, onafhankelijke en welwillende boekverkopers die best een risico willen nemen, al is het maar klein, en mijn boeken neer gaan leggen zodat ze zichtbaar zijn. Want je moet ze zien, door kunnen bladeren en erin kunnen lezen, stukje voor stukje, om te zien wat je in handen hebt.
Polaroid van de dag
Necropolis: Certosa di Bologna
Science & Fiction: OPEN OPEN OPEN
Op dinsdag 10 mei begint de elfde editie van Science & Fiction, de filmreeks van Louis Hartlooper Complex en de Universiteit Utrecht die ik mee organiseer. Vier avonden, vier bijzondere films, met een inleiding door wetenschappers. Prikkelende wetenschap en films van betekenis komen samen in de filmreeks Science & Fiction: OPEN OPEN OPEN – verspreid over vier avonden in mei en juni.
Science & Fiction gaat op dinsdag 10 mei van start met Shoplifters (Hirokazu Kore-Eda, 2018) en een inleiding door Joost de Laat, hoogleraar Global Economic Challenges, verbonden aan het Centre for Global Challenges van de Universiteit Utrecht. Als lid van het Open Science team van de Universiteit Utrecht neemt hij ons mee in de open samenwerking tussen wetenschappers, ervaringsdeskundigen en mensen uit de dagelijkse praktijk.
Shoplifters
Aan de rand van Tokio woont de familie van Nobuyo en haar man Osamu. Ze hebben weinig geld en overleven van het pensioentje van oma Hatsue en de winkeldiefstallen die ze samen met hun kinderen plegen. Hoewel de familie arm is en dicht op elkaar in een kleine ruimte leeft, hebben ze een gelukkig leven samen.
Op een dag onderweg naar huis komen ze het kleine meisje Juri tegen, dat van huis is weggelopen. Ze zegt niets, maar haar littekens spreken boekdelen. Osamu neemt haar mee naar huis, waar ze al snel wordt opgenomen in het hechte gezin. Toch verandert er vanaf dat moment iets. En wanneer verborgen geheimen aan het licht komen, worden de familiebanden ineens op de proef gesteld.
Shoplifters is een gevoelige film die desondanks ongemakkelijke, maar cruciale vragen stelt over de meest intieme van onze verhoudingen. Naast veel internationale waardering, kreeg de film onder andere de Gouden Palm tijdens het filmfestival van Cannes.
Over de filmreeks
Zoals op alle avonden in deze filmreeks, kunnen bezoekers na afloop van de film met de inleider in gesprek. Kom kijken, kom luisteren, kom meepraten op een of op alle avonden!
Dit is het volledige programma van Science & Fiction:
- Dinsdag 10 mei: Shoplifters (Hirokazu Kore-Eda, 2018)
- Dinsdag 24 mei: Burn after reading (Joel en Ethan Coen, 2008)
- Dinsdag 7 juni: Cold war (Pawel Pawlikowski, 2018)
- Dinsdag 21 juni: Get out (Jordan Peele, 2016)
Meer weten over de films, de inleiders en de filmreeks? Kijk op https://www.uu.nl/usbo/sciencefiction
Merci Arno
Arno Hintjens (21 mei 1949-23 april 2022).
Hellegat revisited
Voor het samenstellen van Polaroid van de dag 2 moest ik in mijn digitale bestanden op zoek naar de oorspronkelijke foto’s en tekstdocumenten. Met name voor de foto’s was dat van belang, omdat alleen de oorspronkelijke, niet gecomprimeerde foto’s groot genoeg waren voor de gewenste afdrukkwaliteit. De laatste jaren sloeg ik mijn foto’s automatisch op, maar in de tijd daarvoor gebruikte ik nog een fototoestel naast mijn telefoon en bewaarde ik alles in verschillende mapjes op externe harde schijven. Het terugvinden van de gezochte beelden bleek een behoorlijke klus, ondanks de systematiek die ik had aangebracht. Des te ergerlijk was het, toen ik bepaalde foto’s helemaal niet kon vinden. Zo kwam ik van alle dagen die we doorbrachten in Antwerpen in december 2012 foto’s tegen, behalve van de dag dat we naar Hellegat aan de Rupel gingen. Hoe kon dat? Wat was er gebeurd? Ook heel vreemd was de verdwijning van de foto die ik had geplaatst bij de oproep aan onze kater Jos, die in maart 2013 vermist was. Daarvan kon ik zelfs de tekst nergens meer vinden. Dat kon niet anders dan veelbetekenend zijn, want ook Jos zelf kwam nooit meer tevoorschijn.
Uitgelezen 135
‘Regelmatig brak Boevers zich het hoofd over artikelen die hij vond onder de kop ‘Ingezonden’, ‘Correspondentie’ of ‘Mengelingen’. (…)
Hoe die te rubriceren? Zulke stukken had hij uitgesneden en afgelegd in onderscheiden mappen. Eentje met het opschrift ERNSTIG, op een tweede zat het etiket GEWICHTIG, op verreweg de rijkst gevulde map stond OVERIGE geschreven. De laatste categorie was duidelijk, maar hij wist bij de andere niet altijd goed te kiezen. Wanneer is iets ernstig, wanneer gewichtig? Je raakte al snel verzeild in taalkunde, een terrein waarop hij zich ondeskundig achtte. Voor de oudste stukken op het archief waren er bejaarden die hadden doorgeleerd en dingen voor hem konden overzetten – hij zou hen voor het Mirakel vast weer nodig hebben. Wat de taal van eigen tijd betrof was hij evenmin een bolleboos. Het viel soms moeilijk uit te maken wat de mens bedoelde. ‘Te beginnen bij mijzelf!’ zei hij weleens jolig, na een glas of twee.
Het probleem dook nu weer op. Boevers had een artikel geselecteerd, aangezien het over een zaak ging die hem raakte: vrijgezellenbelasting. De aanslag wist hij gemakkelijk op te hoesten, de herinnering aan zijn ongehuwde stat was elk jaar echter weer een pijnlijk tikje. Dit artikel duwde hem extra in een ongewenste hoek: moest hij zich nu rekenen tot de schelen, tweezijdig manken en gebochelden? Dat de schrijver van het stuk al die eigenschappen in zich verenigde was ernstig, de zeldzaamheid van al die invaliditeiten samen paste in de map OVERIGE, het wezenlijke voor Boevers zelf – ongehuwdheid – leek naar de kant van de GEWICHTIG-map te leunen.’
[Atte Jongstra, Cholerastad, p.49-51.]