• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
Gert den Toom

Gert den Toom

Waar is Gert den Toom mee bezig?

  • Home
  • Bio
  • Blog
  • Boeken
  • Bestellen
  • Contact

Archief voor januari 2017

Zwijgplicht

31 januari 2017

Misschien getuigt mijn verontwaardiging van slecht geïnformeerd zijn, baseer ik mijn boosheid onterecht op wat ik slechts uit de media weet, maar ik zie een afkeurenswaardige trend in de Nederlandse rechtszalen ontstaan. Gisteren in het nieuws: Aydin C., verdacht van het dwingen van tientallen minderjarige meisjes tot seksuele handelingen voor de webcam, ontkent dat hij daaraan schuldig is. Desondanks weigert hij vragen te beantwoorden. Hij beroept zich voor de rechter op zijn zwijgrecht. Het enige dat hij wel kwijt wil, is dat hij het laatste woord wil hebben in het proces. En dat is een voorrecht dat iedere verdachte in de Nederlandse rechtspraak gegund is, zonder verdere vragen, zonder de mogelijkheid tot tegenspreken het laatste woord voeren.
Geert Wilders hanteerde deze narcistische, egocentrische benadering van het recht tijdens zijn ‘minder Marokkanen’ proces. Niets zeggen totdat het laatste woord gesproken mag worden. In zijn geval omdat hij het als een politiek proces beschouwde.
Vergelijkbaar arrogant en gevoelloos was de Utrechtse serieverkrachter Gerard T. in zijn proces. Hij zweeg in alle toonaarden maar ging wel in hoger beroep tegen zijn veroordeling door de rechter. Om zich vervolgens opnieuw op zijn zwijgrecht te beroepen. En hetzelfde vonnis te horen uitspreken.
Wat willen de beklaagden? Geloven in hun eigen waarheid, in de ‘alternatieve feiten’, zonder tegenspraak.

Als je onschuldig bent, kun je antwoord geven op de vragen die je gesteld worden. Weiger je dat, dan hoeft dat echt niet te betekenen dat je schuld bekent, zover wil ik niet gaan. Maar ik vind het wel volkomen ongepast om dan vervolgens het laatste woord op te eisen, als een recht. Het recht waar je tot dan toe geen gebruik van hebt gemaakt, waarin bij rechten ook plichten horen en verantwoordelijkheid.

Als je van je zwijgrecht gebruik maakt, heb je wat mij betreft zwijgplicht bij het laatste woord.

Serie: Blog

An der Wuhle

28 januari 2017

Na de Panke was het op een van de eerste dagen van januari de beurt aan de Wuhle, aan de oostkant van Berlijn. Op die koude, regenachtige dag besloten we onze kostbare tijd niet te verspillen aan de zoektocht naar de bron, die ergens in een nat weiland naast de begraafplaats van Ahrensfelde moest liggen. Eenmaal uit de S7 liepen we de Dorfstrasse af en zochten een paadje naar het beekje. Vanaf daar volgden we de loop van wat langzaam maar zeker een kleine rivier werd – tot aan de uitmonding in de Spree, vlakbij Alt Köpenick.

An der Wuhle 1

An der Wuhle 2

Serie: Blog

Berlijn, januari 2017

25 januari 2017

prev

01234

next2

Serie: hier & nu

De afstoot

25 januari 2017

Het zal een uur of twaalf geweest zijn dat we café De Notaris passeerden. Ik wierp een blik naar binnen en zag enkele mannen in witte overhemden en zwarte gilets rondlopen. Sommige van hen hadden een logo op de boordjes van hun hemden staan. Hier, in Franeker, vonden die zondagmiddag de Friese kampioenschappen Hoofdklasse Libre plaats, zo gaf de poster op het raam aan. Biljart. Omdat het een zonnige dag was, werd het zicht naar binnen enigszins belemmerd en ik kon niet goed inschatten hoeveel biljarts er stonden opgesteld. Ik vermoedde dat in De Notaris, net als in veel winkels, achterin een spiegel was aangebracht, waardoor het er groter leek, zo niet oneindig. Het was een besloten universum, dit kampioenschap dat tussen acht heren werd uitgevochten. Zij waren stil en geconcentreerd bezig en bemerkten de voorbijgangers buiten niet.
Op het moment dat ik naar binnen keek, bogen twee heren zich voorover, hun keu in de aanslag voor de afstoot. Op aangeven van de scheidsrechter stootten zij de hen toegewezen bal tegelijkertijd naar de overkant, de zogenaamde ‘lange band’. Degene van wie de bal het dichtst bij de ‘korte band’ terugkwam, kon bepalen wie er daadwerkelijk mocht starten. De winnaar van de afstoot gaf de ander voorrang. Hij glimlachte er vriendelijk bij, alsof het hier om beleefdheid ging. Als zijn tegenstander in vorm was, zou hij er voorlopig niet aan te pas komen en mogelijk al snel tegen een flinke achterstand in caramboles aankijken. Maar wat zich in tweede instantie liet aanzien als zijn strategie, bleek effectief. Nadat de scheidsrechter de ivoren ballen weer in positie had gelegd, stootte zijn tegenstander en… miste meteen de eerste kans. Hij moest de ‘acquitstoot’ uitvoeren, waarbij de bal een voorgeschreven baan over het laken moet afleggen, zo leerde ik later. De winnaar van de afstoot glimlachte tevreden; nu kon voor hem de wedstrijd pas echt beginnen. Hij zou er het toernooi echter niet mee winnen.

Serie: Blog

Nervenklinik

18 januari 2017

Over het wrede lot van de geesteszieken in nazi-Duitsland is in de voormalige Karl Boenhoeffer Nervenklinik in Berlijn de tentoonstelling ‘Totgeschwiegen’ ingericht. Deze permanente tentoonstelling in gebouw 10 van wat nog steeds een psychiatrische inrichting is, gaat voornamelijk over de onmenselijke behandeling, deportatie en moord op de patiënten in die tijd, maar bevat ook documenten over de geschiedenis van het gebouwencomplex.

Nervenklinik 1

Op de eerste etage van het gebouw werden we door een van de patiënten van de kliniek opgemerkt en ze wees ons de deur waardoor we naar binnen moesten. Of ze de taak had bezoekers te verwelkomen was onduidelijk. Ze bleef even zitten op haar stoel maar verdween kort daarna. Terwijl we langs de verschillende displays en vitrines liepen, passeerden ons wel af en toe andere bewoners van de kliniek, soms in zichzelf pratend, soms vriendelijk maar wezenloos glimlachend, soms nors. Ze liepen allemaal in hetzelfde slepende ritme, traag alsof ze een gewicht met zich meedroegen. Zachtaardige zombies, waarschijnlijk allemaal aan dezelfde kalmerende middelen. Ze wierpen een oppervlakkige blik op de gruwelijke foto’s en verhalen, stonden soms even voor het raam naar buiten te kijken maar leken vooral in beslag genomen door het bewegen zelf. Alsof het moest. Ons keurden ze nauwelijks een blik waardig, het was eerder alsof ze op iemand wachtten, iemand die aan zou komen lopen van de parkeerplaats.
Soms zeiden ze iets tegen elkaar op de gang en dan hoorde je de galm die ons zo bekend was uit de lange gangen in de verlaten inrichtingen die we eerder hadden bezocht. Het maakt werkelijk niet uit of een dergelijke kliniek nog in gebruik is of half ingestort in een bos staat. Een Nervenklinik is altijd een schimmenrijk waar de waan geïsoleerd, verdoofd en gedempt wordt en de fantasie tegelijkertijd ook maximaal aangewakkerd. Het hangt er maar vanaf waar je vandaan komt; van buiten of van binnen. Er stonden prachtige bomen in de tuin en de zon scheen. Zo nu dan rommelde het: vliegtuigen, onderweg naar Tegel, niet ver van de kliniek vandaan. Maar je zou ook iets anders kunnen denken.

Nervenklinik 2

Toen we weer buiten kwamen, hadden we een precieze bestemming gedestilleerd uit de expositie. We liepen langs het ketelhuis en de andere paviljoens, waarvan sommige met hele hoge transparante wanden en dikke rollen prikkeldraad waren vergrendeld, op weg naar een driehoekige punt in het gigantische terrein: het verwilderde bos waar vroeger de begraafplaats was. Er was weinig meer van over, slechts twee stukken van een oude muur. Op de dodenakker werden de hier overleden patiënten begraven, tussen 1933-1945 in onnatuurlijk groten getale, totdat de zogenaamde Aktion T4 begon, een grootschalige ‘euthanasie’praktijk die  deportaties van de geesteszieken naar concentratiekampen en zogenaamde Tötungsanstalten impliceerde. Ergens in de jaren tachtig waren de graven geruimd. Daar hebben ze ondertussen weer spijt van, want voor familieleden van de overledenen is er nu slechts een verwilderd bos om naar toe te gaan en de geschiedenis lijkt niet meer tastbaar.
Maar ik vond het een mooie plek. Die woekerende driehoek heeft tijd nodig, geen onderhoud. Het is een krachtig symbool voor zowel het leven, de waanzin als de dood – de natuur, de alles uiteindelijk overwoekerende natuur.

Nervenklinik 3

Eenmaal buiten de poorten van de Nervenklinik fotografeerde S. de plaquette die voor altijd aan de hier begane wreedheden moet herinneren. Er staat een onverzoenlijke tekst op: voor de moordenaars van de patiënten bestaat geen vergiffenis. En zo is het.

Nervenklinik 4 door Sjoer Bergervoet

Serie: Blog

Uitgelezen 81

13 januari 2017

‘Ieder van ons is een wij, ieder een menigte die vervaagt tot in de onafzienbare verte. Je hoeft enkel naar jezelf te kijken, man, je bent immers zowat de hele mensheid! Dat is het verschrikkelijke: wanneer je zondigt, komt de schuld op allen neer, en ieder pijntje, iedere kleinigheid van je wordt door die ontzaglijke menigte meegedragen. Je mag zovele mensen niet langs het pad van de vernedering voeren. Jij bent de IK, jij leidt, je bent verantwoordelijk voor hen; het was je opdracht al deze mensen ergens naartoe te brengen.
Ja, maar wat moet je wanneer er zoveel van die levens zijn, zoveel mogelijkheden! Kan ik die soms allemaal bij de hand nemen? Moet ik soms eeuwig naar binnen kijken en mijn leven binnenstebuiten keren… is er niet nog iets overgebleven? Heb ik niet toevallig een klein, ineengedoken persoontje over het hoofd gezien, dat zich god weet waarom achter die anderen verschuilt? Moet ik dan echt iedere rotte kiem van een mogelijk leven uit mezelf naar buiten trekken? Er waren er immers dik een half dozijn die te onderscheiden en te benoemen waren, en dat was al meer dan genoeg; elk daarvan zou volstaan voor één heel leven… waarom verder zoeken? Dan zou e aan leven niet toekomen en enkel bezig zijn in jezelf te spitten…
Laat dat gespit nu maar, het zou nergens toe leiden. Zie je dan niet dat ook alle anderen, wat ze ook mogen zijn, net als jij uit menigten bestaan? Je hebt er geen idee van wat je niet allemaal met hen gemeen hebt; kijk dan eens… hun leven is immers óók een van die ontelbare mogelijke levens die jij hebt! (…) Dat alles ben jij omdat je zo’n verscheidenheid aan mogelijkheden in je hebt. In alle mensen naar wie je kijkt, kun je al die dingen onderscheiden die in jezelf zitten.’
[Karel Capek, Een doodgewoon leven, p. 185-186.]

Serie: Blog, Uitgelezen

  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Ga naar Volgende pagina »

Primaire Sidebar

contact