• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
Gert den Toom

Gert den Toom

Waar is Gert den Toom mee bezig?

  • Home
  • Bio
  • Blog
  • Boeken
  • Bestellen
  • Contact

Archief voor april 2014

Terug naar Het Schimmenrijk

29 april 2014

Zondagavond waren we in EYE, Amsterdam bij een van de onvolprezen edities van Het Schimmenrijk. Een keer per maand presenteert filmjournalist Hans Beerekamp in het filmmuseum een compilatie van filmfragmenten en -trailers naar aanleiding van het overlijden van mensen uit de wereld van de film: acteurs, regisseurs, cameramannen, scenarioschrijvers en anderen. Iedere maand zijn er voldoende doden om te herdenken, dus Beerekamp is met zijn in memoriams al jaren onder de pannen. Wij maakten ons natuurlijk volop voorstellingen van de sessies waarbij het programma werd samengesteld en van het ouderwetse potje sport dat het voor de operateur moest zijn om steeds weer nieuwe 35 mm filmrollen uit het archief op te leggen, maar dat is een ander verhaal.

Het viel S. op dat zij zo ongeveer de enige vrouw was onder de aanwezigen. De doelgroep bestond uit ongeveer vijftien mannen met net iets te lang, vettig grijs haar, een buikje en een wazige blik. Ook flauwe humor was een eigenschap van de gemiddelde bezoeker.
‘Alles goed?’
‘Twee fout.’
‘Heb je meegedaan aan een quiz?’
‘Nee, jij vroeg “Alles goed?” dus ik zeg “Twee fout”’.
Enfin.
Was dit mijn voorland? Een confrontatie met het feit dat ik deel was van deze doelgroep? Was ik van binnen een morsige grijsaard met een wazige blik, een lichte bierbuik en, welbeschouwd, hele flauwe humor?
Iedere laatste zondagavond van de maand vertelt Hans Beerekamp in het schijnsel van zijn bureaulampje dat hij voor ieder fragment aan- en uitknipt, verhalen over de recente doden uit de cinema. Ondertussen geeft hij eigenlijk kleine colleges filmgeschiedenis. De dood bepaalt voor een groot deel de samenstelling van het programma, dus dat is iedere maand weer een verrassing. Het werd me ook duidelijk dat de filmindustrie een onvoorstelbare reeks curieuze producten heeft opgeleverd, waarvan je al van mijlenver had kunnen zien dat ze geen kans van slagen hadden. Vermakelijk zijn ze naderhand wel, indien opgeknipt tot anekdotes, postuum. Dat idee, en al die informatie – het is nauwelijks te verwerken op zo’n avond. Maar de afgestofte beelden en de respectvolle, melancholische, luchtige sfeer waarin Beerekamp de doden herdenkt, maken alles goed. Ik herhaal het graag: Het Schimmenrijk is een echte aanrader. Ook als je niet tot de doelgroep behoort – of dat niet van jezelf wil toegeven.

Serie: Blog

Uitgelezen 45

26 april 2014

‘Altijd is er iets verdwenen, hij noemde een bundel Ben even weg, heel even maar – en dan is hij er weer, hij zit naast me.
We rijden met z’n drieën door een sjiek dorp, niet ver van Brussel en zoeken de villa van een voordrachtskunstenaar. Bij hem treden we vanmiddag op, Henk, Gerard en ik.
De lanen zijn stuk voor stuk naar een dier vernoemd. Ze lijken sterk op elkaar. Na een bocht merk je niet dat je op een andere weg terecht bent gekomen.
Henk is van plan iets te doen met reclamefoto’s. Hij zal er een verhaal bij vertellen, tijdens de projectie. Meer wil hij er nog niet over kwijt.
Jaren eerder maakte hij aan één stuk door collages, die hij op een dag heeft vernietigd. Marilyn Monroe boven Broadway, zwevend in de regen, een neus steekt uit een bord tomatensoep en op een stuk zilverpapier tekende hij een vos. Die laatste twee zijn er nog.
“Laten we het daar eens proberen,” zegt Henk, “het nummer klopt.”
Het huis is een modernistische kolos, uit de jaren dertig, schat ik. Net schoenendozen, slordig op elkaar gestapeld, zover je dat onder de bomen de klimop kunt zien.
We sloffen door een met bladeren bezaaide oprijlaan. Gerard zit nog achter het stuur. Hij vertrouwt het adres niet, “kijken jullie maar,” en rolt een Javaanse jongen.
“Herbert… eindelijk,” zegt de vrouw die op Henks bellen heeft opengedaan.
Hij draait zich half naar mij om met een gezicht van “als zij nou denkt dat ik zo heet…” en loopt naar binnen. De vrouw duwt de deur vlug achter hem dicht. Wat maakt het uit waar je heen gaat en als wie, zo keek hij, het niets aangenaam gevuld met weinig.
Ik loop door de bladeren terug naar de auto. De weg ontbreekt bijna, als in een gedicht van Henk.’
[K. Schippers, ‘Gezichten’, in: Voor jou, p. 170-171.]

Serie: Blog, Uitgelezen

In Nederland: Boxtel

22 april 2014

Serie: Blog, In Nederland

Opstaan

18 april 2014

De lente breekt door, maar ik fiets nog steeds in trui en winterjas. ’s Ochtends omdat het koud is, ’s middags omdat ik het koud vind. Het weer en het seizoen lijken er nauwelijks invloed op te hebben. Op het kantoor waar ik deeltijdambtenaar ben, zit ik aan de schaduwkant van het gebouw – met uitzicht op de Dom, dat wel. En in mijn schrijfhuis trekt de zon tussen zonsopgang en een uur of half een aan mijn ramen voorbij en verdwijnt daarna de hoek om. Dat is het echter niet alleen. Als ik aan het einde van mijn schrijfdagen naar huis fiets, krijg ik het pas na een kilometer of zes, zeven weer warm, terwijl om mij heen de andere fietsers in een lichte jas, T-shirt of soms zelfs een korte broek rijden. Achter mijn bureau zit ik echt wel goed; alles is ergonomisch gezien dik in orde. Maar de bewegingen die ik maak zijn minimaal, ook al sta ik regelmatig op en ijsbeer ik een stukje. Het is ongezond om lang te blijven zitten, maar dat is precies mijn opdracht, wil die roman ooit een leven van mij krijgen. Maar tijdens het schrijven verdwijn ik uit mijn lijf. Ik ben niet bent meer waar ik ben. Ik ben verdwenen in het verhaal, verdwenen in de taal.
Geen van mijn lijfartsen heeft me van dit dilemma kunnen afhelpen. Misschien moet ik mijn collega’s eens consulteren. Staan lijkt misschien een oplossing. Maar ik vrees dat staan uiteindelijk pijnlijk wordt, leunen wordt, krom staan, of weglopen, juist op het moment dat ik na moet denken. Opstaan of niet opstaan, dat is de vraag.

Serie: Blog

The daily drumbeat

14 april 2014

Happy Camper tijdens Tweetakt Kaap

Nou hij is er hoor, sinds gisteren: de nieuwe Happy Camper, The daily drumbeat. Alleen Manfred was er niet bij. Kom op mensen; gewoon ouderwets die cd kopen! #reclameblokje.

Serie: Blog

Uitgelezen 44

12 april 2014

‘Vaak drink je of ben je dronken maar de laatste tijd ben je van whisky overgestapt op bier. De reden is dat je je lever wil ontzien, het rood van je gezicht en hals wil spoelen en je vrouw tegemoet wil komen. Een tijdje is je strategie succesvol: je voelt je fitter en een ongekende energie klaart je ogen en ledematen op en je kunt weer slapen en krijgt je eetlust terug, maar bier is een dikmaker en je komt vijf kilo aan; het gewicht zit als een kat op je maag en je slanke silhouet is bedorven. Als een grappenmaker tijdens happy hour vraagt hoeveel maanden ver je bent is je ijdelheid gekwetst dus keer je met grote opluchting en enthousiasme terug naar whisky, maar in de tussentijd is je tolerantiegrens gedaald, en de whisky vergiftigt je en na een week smaakt alles naar melk. De whisky zelf smaakt naar melk, cola smaakt naar melk, alles wat je eet of drinkt laat een melksmaak achter in je mond. Dit is je eerder overkomen en het alarmeert je niet, het is gewoon een teken dat je in het stadium bent beland dat je lichaam zich van je geest heeft losgemaakt. De geest is de baas, daar worden voorkeuren gevormd en geboren; het lichaam is dienend. De geest betoont zich ongeschikt als leidsman en het lichaam neemt maatregelen om zich tegen de verlangens van de geest te beschermen. Om redenen die je niet begrijpt of niet wil begrijpen heeft dit je smaakzin aangetast.
Terwijl de machten van lichaam en geest hun strijd uitvechten troost je je met de gedachte dat je melk best lekker vindt, altijd al lekker hebt gevonden, al vanaf dat je een mollige baby was.’
[Patrick deWitt, Afwassingen. Aantekeningen voor een roman, p. 58-59.]

Serie: Blog, Uitgelezen

  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Ga naar Volgende pagina »

Primaire Sidebar

contact