Blog
Reverbaration
Door een artikel over een nieuwe uitgave van muziek van de 13th Floor Elevators, een legendarische, psychedelische garagerockgroep van eind jaren zestig, moest ik weer eens aan hun nummer Reverbaration denken (let ook op de permanente, vreemde, manische toon onder de schreeuwzang van Roky Erickson en de snerpende gitaarpartijen). Met deze songtitel doelde de tekstschrijver op het feit dat verandering in je leven ook het gebruik van andere werkwoorden inhield. Twintig jaar geleden moest ik daar nog om gniffelen, tegenwoordig knik ik instemmend bij zo’n inzicht. De 13th Floor Elevators hadden het goed begrepen. Een nieuw leven kiezen, betekent andere werkwoorden gebruiken. Voelen in plaats van denken; evenwicht bewaren in plaats van moeten; liefhebben in plaats van leuk vinden; de waarheid spreken in plaats van liegen – of juist andersom. Eerder vorige week zat ik in de trein en fotografeerde deze stationsaanduiding:
Ik las er meteen een werkwoord in, hoe vaak ik daar ook al voorbij was gekomen zonder dat ooit zo te zien. Misschien is dat wel wat ik zelf nu aan het doen ben: mechelen. Niet zwart-wit kiezen; niets definitief beslissen, in de wetenschap van de onzinnigheid ervan. De dingen uitvinden niet door ze uit te zoeken maar door onderweg te zijn, door links en rechts wat te improviseren en uit te proberen, door steeds mijn intuïtie te volgen, die nog in de kinderschoenen staat. Mechelen – iets tussen Brussel en Antwerpen in.
Uit de leeszaal (21)
‘Een grote golf dreigde me te grijpen,” zei de zevende man rustig. (…)
“Het was een reusachtige golf,” ging de man verder. “De grootste die ik ooit gezien had. Die golf miste me ternauwernood. In plaats daarvan sleurde hij iets mee dat voor mij het allerdierbaarst was en verdween ermee naar een andere wereld. Het heeft lang geduurd om te herstellen van wat er toen is gebeurd. Kostbare jaren die niet meer zijn terug te draaien.” (…)
Toen zei hij: “Ik denk niet dat het de angst zelf is die het meest angstaanjagend is in een mensenleven. Er is zeker angst. Die neemt allerlei vormen aan en drukt soms op ons leven. Maar wat beangstigender is, is die de rug toe te keren en er de ogen voor te sluiten. Als we dat doen, geven we het allerbelangrijkste wat in ons is over aan iets anders. In mijn geval… was dat een golf.’
[Haruki Murakami, ‘De zevende man’, in: Blinde wilg, slapende vrouw, p. 181, 196-197]
Meeting Point, Parting Point
In afwachting van L. zat ik gisteren op een bankje bij het Meeting Point van het station. Om mij heen stonden anderen ook te wachten. Soms tuurden ze licht gespannen in de verte; soms was er al een glimlach om het aanstaande vertrek of weerzien in hun gezicht te zien; soms stonden ze vast in het drukke sms- of telefoonverkeer met iemand die er nog aan moest komen, of elders in het station rondliep. Regelmatig vielen geliefden, familie en vrienden elkaar in de armen, en groepjes werden compleet. Zodra het wachten voorbij was, was eigenlijk iedereen zonder uitzondering blij. Het Meeting Point was een plek van troost, ook voor de toeschouwer; ik wist waar ik naar toe zou kunnen als ik daar behoefte aan had.
Na het bezoek aan Amsterdam, keerden L. en ik weer terug op het station. Met onze intense gesprekken over anderen nog in gedachten, liep ik alleen verder door de stationshal en vroeg me af waar het Parting Point was, de plek om afscheid te nemen. Misschien nam je geen afscheid in een hal waar iedereen bij was; dat moest in een intieme sfeer, in het halfduister waarschijnlijk. Misschien in een ondergrondse loods met alleen maar uitgangen, in alle windrichtingen. Een loods waar traanwater langs de wanden naar beneden sijpelde, waar een koude tochtstroom de stalen deuren liet piepen in de scharnieren en hier en daar een nis was met leren banken en schemerlampen; gelegenheid voor een laatste omhelzing. Of misschien nam je toch het beste afscheid in de buitenlucht, waar geen opgeslotenheid bestaat – op straat. Ik maakte me voorstellingen van de laatste kruising, de laatste splitsing waar de wegen zich zouden kunnen scheiden.
Ondertussen: in Brussel
Reclameblokje
Ik wil er geen gewoonte van maken, maar toch: even een reclameblokje. Vanaf woensdag 23 september gaat het Nederlands Filmfestival weer van start. Het festival zelf behoeft geen reclame, om meerdere redenen waarover ik hier nu niet zal uitwijden. Op het festival wordt echter ook de korte film Strike van Jonas Klinkenbijl vertoont.
Jonas was de afgelopen weken volkomen ondergedompeld in de productie van zijn nieuwe film. Toen ik hem tegenkwam op straat, herkende hij me dan ook nog maar ternauwernood. Enkele dagen later stuurde hij me wel de link naar de website van Strike, the movie die op het festival is opgenomen in een verzamelprogramma van korte films. Strike belooft een bijzondere ervaring te worden, en je kunt hem zien op 26 of 29 september. Het is maar dat je het weet.